De Nederlandsche CocaïneFabriek

U kent mij inmiddels als liefhebber van bizarre geschiedenissen. Twee weken geleden werd ik door de Tweetservice van de Koninklijke Bibliotheek geattendeerd op het volgende:

“12 maart 1900: Oprichting van de Nederlandsche Cocaïne Fabriek.”

Daar zat vervolgens een interessante link bij. En ik hoor u al denken: een Nederlandse Cocaïne Fabriek? Inderdaad. Sterker nog, de fabriek werd medegefinancierd door de staat en het koningshuis. Het artikeltje van de KB verwijst naar een boek van Conny Braam: “De Handelsreiziger van de Nederlansche CocaïneFabriek”. Een indrukwekkend boek maar vooral een bijzondere en bizarre geschiedenis.

De Cocaïnefabriek werd opgericht door de Koloniale Bank en een aantal planters in Indië. Er werd cocaïne gemaakt van cocaplanten uit Nederlands-Indië. De fabricage begon bescheiden maar de winstmarges waren – ook toen al – enorm. Cocaïne werd gezien als een geneesmiddel voor fysieke en mentale pijnen. Om een voorbeeld te geven: Sigmund Freud schreef het met regelmaat voor.

De handel in cocaïne nam een grote vlucht door de Eerste Wereldoorlog. Door de neutrale houding van Nederland, kon de fabriek leveren aan zowel de Duitse als de geallieerde troepen. Cocaïne neemt alle angsten weg en maakt van bange soldaten ware vechtmachines. Dat konden ze in die loopgraven wel gebruiken.

Lees verder:

via Mark Deckers: De Nederlandsche CocaïneFabriek.